Crosscountry #3: Frankrijk – Vous permettez, monsieur?

1 april 2014
Ah, la douce France! Het land van de romantiek, de mode en de goede smaak. Maar ook van verhitte discussies en ingewikkelde beleefdheidsnormen. Denkt u dat u onze grote buur Frankrijk goed kent? Dan kunt u weleens van een koude kermis thuiskomen …

Frankrijk is een soort van miniatuurcontinent. Door simpelweg een nieuw département binnen te rijden, komt u soms in een compleet andere wereld terecht. Jolige zeebonken in Bretagne, stijlvolle stedelingen in metropolen als Parijs en Marseille, exotische eilandbewoners op Corsica ... Frankrijk heeft het allemaal. Dat de Fransen veel kaas en wijn maken, wist u al. Maar hun uitstekende bnp (het op acht na hoogste ter wereld) hebben ze ook te danken aan de algemene landbouw en de automobielindustrie. En telkens als we aan de Côte d’Azur liggen te zonnen, bouwen we mee aan de positie van Frankrijk als de meest populaire toeristische bestemming van de wereld.

 

Het vooroordeel wil dat de Fransen buitenlanders niet erg genegen zijn. Maar misschien is dat wel omdat die zich niet aan volgende regels houden:

 

1. In Frankrijk is iedereen – of het nu de negentienjarige ober of president Hollande is – ‘vous’ tot hij of zij expliciet toestemming geeft om getutoyeerd te worden. Zondigt u tegen deze regel? Dan beschouwt men u al snel als een onbeleefde kinkel. Beter een beetje plechtig, dus.

 

2. De Fransen houden van praten. Ze kunnen zelfs zo in een vurig gesprek opgaan, dat het voor buitenstaanders lijkt alsof ze ruziemaken. Over politiek of cultuur kunnen ze uren aan de gang blijven. Maar o wee als u over geld begint. Iemands financiële situatie is privé en moet dat blijven.

 

3. Een ander populair gespreksonderwerp is de Franse cuisine. Ja, ook tijdens het – meestal erg uitgebreide – maal. Een coq-au-vin naar binnen spelen en ondertussen het nagerecht Paris-Brest bezingen? Niemand doet het zo vlot als onze zuiderburen. Schrik dus niet als u bij het dessert een vraag krijgt over het voorgerecht van de dag voordien. En bereid u voor op minstens een hoofdgerecht, kaas én een nagerecht – met genoeg wijn, dat spreekt. Zonder het koffietje achteraf te vergeten.

 

4. De gemiddelde Fransman houdt van zijn land. En dus ook van zijn taal, die hij liefkozend ‘la langue de l’amour’ noemt. Een mondje Frans praten kan dus nooit kwaad. ‘Enchanté’ als u iemand ontmoet, ‘pas de quoi’ als men u ergens voor bedankt, ‘tout à fait’ voor tijdens een gesprek. Door die kleine woordjes komt u net iets vlotter over. U merkt het vast: Fransen appreciëren het ten zeerste als u een beetje moeite doet! 

 

5. Wordt u bij iemand thuis uitgenodigd (en dat gebeurt in Frankrijk sneller dan u denkt)? Vergeet dan het cadeautje niet! Pas wel op voor verborgen boodschappen … Wijn staat voor: ‘Deze gastheer heeft vast geen goede wijn in huis’. Met parfum zegt u: ‘Ik zie je wel zitten’. En als u een boeket geeft, kies dan neutraal ruikende bloemen. Omdat Franse gerechten vaak vrij sterke geuren hebben – denk maar aan bouillabaisse of zachte kaas – valt het resultaat misschien niet in de smaak. Met een souvenirtje uit eigen land zit u altijd gebeiteld!

 

Bon voyage!

 

Trixie Divine